Enkele conclusies:
1 Bij de proefprojecten was er te weinig tijd om voor te bereiden. Zelfs in de praktijk zou dit niet kunnen. Alleen de maandag was beschikbaar voor al het voorbereidende werk. De leerlingen zijn dan ook geholpen bij de formulieren. Voor allen was het nieuw en voor sommigen was het te moeilijk.
In de toekomst moet er zeker enkele weken voor de start van een project begonnen worden met voorbereiden. De materialen kunnen dan ook nog tijdig worden geleverd.
Ook vakken als Nederlands en wiskunde kunnen worden ingezet bij die voorbereiding.
Hoe formuleer je op een juiste manier en hoe bereken je de inhoud van een betonnen balk? Bij het vak tekenen kan de situatie zelf als voorbeeld worden genomen.
Door de leerlingen werden de projecten als zeer positief ervaren. Er is duidelijk sprake van een win-win situatie: De leerlingen leren praktijkgericht werken en de school wordt stapsgewijs gerenoveerd, geheel volgens de STOOM-filosofie!
Ook het certificaat dat hieraan was gekoppeld werd zeer gewaardeerd en zal mogelijk helpen bij het vinden van een eerste baan.
2 Voor de uitvoering van de projecten dient (het ministerie) goed materieel beschikbaar te stellen. Hiermee bedoel ik steigers, ladders, helmen, veiligheidsschoenen, goed gereedschap enz.
Bij het proefproject bleek dat de leerlingen soms op zeer primitieve manier moesten werken. Dit kan een gevaarlijke situatie opleveren!
In Nederland zou dit onder de Arbo-wet niet kunnen maar ook bij bv. Suralco zou dit niet worden geaccepteerd.
3 De ondersteuning vanuit de politiek is op twee manieren zichtbaar geworden.
- Na mijn vertrek is er een tweede docent bouwkunde benoemd. Wellicht heeft het pleidooi bij de minister hierbij geholpen.
- De districtcommissaris heeft de certificaten officieel aan de leerlingen uitgereikt.
Ook dit was een belangrijke ondersteuning voor het gehele project.
Van Ferdinand heb ik begrepen dat de minister van onderwijs (nog) niet naar Moengo is gekomen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de overstromingen in het binnenland waardoor hij zijn prioriteiten heeft moeten verleggen.
We wachten af en hopen dat ook de financiƫle ondersteuning voor renovatie en nieuwbouw zal worden toegezegd.
4 Bij de projecten bleek dat er leerlingen meededen die bovengemiddeld hebben gepresteerd. Voor hen zou een vervolgopleiding in Moengo een enorme kans bieden om zich verder te ontwikkelen. Ook leerlingen van de plaatselijke MULO zouden dan een kans krijgen om in Moengo een vervolgopleiding in de technische richting te volgen. Nu moeten leerlingen die verder willen studeren naar Paramaribo en dat is voor velen een grote belemmering. Het is daarom zeer aan te bevelen om in Moengo te starten met een bescheiden opleiding op MBO-niveau.
Tot slot, een maand Suriname verandert je als mens. Je leert om te relativeren. Vooral als je hebt gezien onder welke omstandigheden docenten daar enthousiast les geven en dat vergelijkt met de gebouwen en faciliteiten van de Haagse Hogeschool.
Daarnaast ben ik van Suriname gaan houden. In de weekends heb ik per korjaal een tocht gemaakt op de Marowijnerivier en heb naast Paramaribo ook fort Amsterdam bezocht.
Voeg daarbij de enorme gastvrijheid, het verrukkelijke eten en het heerlijke klimaat en je wilt niet meer terug naar het winterse Nederland…
Ik hoop dat wat op gang is gekomen, wordt voortgezet en uitgebreid door de docenten van de Barronschool. STOOM en de afdeling bouwkunde van de Haagse Hogeschool zullen dit zeker blijven volgen en ondersteunen.
Piet Benneheij
April 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten